Bericht
door Ed van Engeland » 30 dec 2009, 03:44
De “wings” gemerkt "TOYE" zijn voor zover ik weet tijdens en na de oorlog in Engeland gemaakt t.b.v. de MLD. Hoewel ik geen marine-emblemen meer verzamel, heb ik de destijds wel in mijn collectie gehad (uit de eerste hand!).
De obsessie van sommige verzamelaars voor de strikte afbakening van de kalenderdata als 10 mei 1940 en 5 mei 1945 komt mij, nog steeds, merkwaardig voor, vooral als symptoom van een gebrek aan historisch besef indien het gaat over productiedata van insignes en uitrusting.
In staatkundig/politiek opzicht veranderde met een bepaalde datum een situatie, maar praktisch liepen de veranderingen er weken of maanden, soms jaren, achteraan (afhankelijk van de urgentie).
Voor wat betreft uniformen en emblemen is het bijvoorbeeld onmogelijk vast te stellen of een embleem vóór of na 5 mei 45 is vervaardigd. Orders werden soms maanden tevoren geplaatst en deze konden niet zomaar (tussentijds) ongedaan worden gemaakt omdat de staatkundige situatie was gewijzigd. Bovendien bleef de Nederlandse krijgsmacht ook na deze magische datum personeel opleiden in Engeland, zodat in veel opzichten de behoefte aan reeds bestelde emblemen bleef bestaan, los van het gegeven dat de productiecapaciteit in Nederland simpelweg niet aan alle aanvraag kon voldoen; dat zou in sommige opzichten nog minstens een jaar duren, mede wegens een gebrek aan grondstoffen.
Voorts werkte men in Engeland met een "Voorlopig" Kledingvoorschrift, in afwachting van een definitief voorschrift dat pas lang na de Duitse capitulatie zou worden bekrachtigd. Het is van belang te weten dat de Nederlandse regering (in ballingschap in Londen) regeerde zonder parlement en dus zonder bevoegdheden. Alle regeringsbesluiten werden genomen bij Koninklijke Volmacht (i.c. bij KB), in afwachting van een bevestiging van een officieel en democratisch gedragen besluit. Nu maakte dat voor het vaststellen van emblemen en uniformwijzigingen niet zoveel verschil, maar het gegeven dat de officiële Nederlandse bevelsstructuren in Engeland niet optimaal communiceerden heeft mede geleid tot veel onduidelijkheid bij verzamelaars die denken dat alles tot in de puntjes was geregeld - en dat was niet het geval!
Bovendien heerste bij de staven andere prioriteiten dan het "geklooi" met emblemen, er was een oorlog te winnen, waardoor de details van emblemen en uniformen naar de lagere bevels-echalons werden gedelegeerd, die er ook geen prioriteit aan hechtten.
Dat leidde ertoe dat sommige uniform- en embleemwijzigingen werden genoteerd en veel meer niet. Over het algemeen prevaleerde de gedachte dat het winnen van de oorlog meer belang had dan gedoe over uitmonsteringen. Uiteindelijk waren het vaak de lokale afdelingscommandanten die, in samenwerking met hun geallieerde superieuren, pragmatische oplossingen zochten voor uniformtechnische kwesties. Deze situaties deden zich niet alleen voor in Engeland, maar ook in Australië, Canada en de VS. Dat was mede de reden dat de Nederlandse troepen zich schikten naar de Britse militaire insignes, ook doordat Nederlanders en Bitten vaak dezelfde opleidingen volgden en zich derhalve kwalificeerden voor dezelfde vaardigeden (en bijbehorende insignes).
Zoals Fred eerder opmerkte, in dit kader ontbreekt het aan oorlogsvoorschriften; deze zullen dan ook vergeefs worden gezocht, hoogstens vindt men in de archieven (voor zover deze zijn bewaard) aantekeningen van lokale orders (als er belang aan werd gehecht om deze zaken schriftelijk vast te leggen en te bewaren).
"de taak van de historicus is mythen te ontzenuwen, niet mythen toe te voegen"
"hoe beter je kijkt, hoe meer je ziet"